Je bent drager van sikkelcelziekte (AS/trait) als je van één ouder het afwijkende gen overerft en van de andere ouder een normaal gen. Je hebt dan nog voldoende normaal bèta globine maakt hierdoor voldoende hemoglobine A aan. Je kunt als drager de aanleg voor de ziekte wel doorgegeven aan je kinderen. Dragers hebben in principe geen klachten. 

Als je zelf sikkelcelziekte hebt (SS/trait) zul je hoe dan ook de aanleg voor de ziekte doorgeven aan je kinderen. Als de andere ouder ook sikkelcelziekte heeft zal jouw kind dit ook krijgen, anders wordt jouw kind een drager van de ziekte.

Als je geen drager bent van sikkelcelziekte (AA/trait) kun je geen sikkelcelgen doorgeven aan je kinderen. Als je partner wel een drager is bestaat er een kans dat jouw kind een drager wordt van de ziekte. Als je partner sikkelcelziekte heeft wordt jouw kind drager van de ziekte.

Als je een kinderwens hebt en vermoedens hebt dat je mogelijk drager bent van sikkelcelziekte is het goed om een dragerschapstest te doen.

Redenen voor zo een test zijn bijvoorbeeld:

  • Als u en uw partner afkomstig zijn uit een gebied met een verhoogd risico op de ziekte.
  • Als sikkelcelziekte of thalassemie voorkomen in uw familie of die van uw partner.
  • Als u kind is gediagnosticeerd  met sikkelcelziekte of dragerschap van sikkelcelziekte.

Om erachter te komen of je drager bent van sikkelcelziekte moet er een bloedonderzoek worden gedaan. Dit kan via de huisarts geregeld worden.

Swipe om de verschillende combinaties te zien

(Er zijn 5 scenarios!)

Begin met typen en druk op enter om te zoeken